Mijn eerste advies over hardlopen kreeg ik van mijn vader. Ik bleek een ongekend talent voor de sport te hebben. En zo behoorde ik al snel tot de betere junioren van Nederland. Begin jaren 90 kon ik op de langere baanafstanden zelfs met de snellere lopers van Europa mee. In 1996 miste ik op luttele seconden na de limiet voor de olympische 10 kilometer van Atlanta. Vervolgens stapte ik over naar de wegatletiek.
Hier sloot ik aan bij de internationale top. Ik werd nationaal kampioen op de halve marathon en op de cross. Mijn belangrijkste hoogtepunten zijn mijn nationale records op de 20 kilometer en de halve marathon. Want deze records staan nog steeds! Ook liep ik de olympische marathon van Sydney in 2000.