Kun je een trail een hardloopwedstrijd noemen?

Patrick van Oirschot

De afgelopen maanden heb ik niet veel aan trails deelgenomen. Dat kwam ook een beetje doordat ik in het najaar een marathon gepland had, in Lissabon. Wel heb ik aan twee wegwedstrijden deelgenomen (Dam-tot-Damloop en Tilburg Ten Miles), maar verder was het stil. Totdat ik dacht: ‘wat is er mooier dan het jaar uit te luiden met de Oudejaarstrail in de Loonse en Drunense duinen. 

De dag begon druilerig … nou ja, 20 minuten voor de start stortte de hemel nog even de laatste regen uit over de duinen. Echt weer dat bij een trail past dus … Twee-en-twintig kilometer voor de boeg. Ik lieg als ik zeg dat het van een leien dakje ging. Zeker die lus van 10 kilometer door die enorme zandbak was zwáár man. En dan ook nog met van die pittige klimmetjes. Echte kuitenbrandertjes. 

Maar wat was het ook mooi zeg; de Loonse en Drunense duinen zijn waarlijk uniek. Ik had gelukkig wel mijn eigen drinken meegenomen, want drankposten waren er niet op het parcours, dat overigens prima was uitgezet. Op verschillende kritische punten stonden vrijwilligers om de lopers de juiste weg te wijzen. Het gebrek aan posten onderweg werd ruimschoots gecompenseerd door het sfeertje bij de start en finish. Waar kun je nou een bakje soep na afloop krijgen? Ik kon de finish vieren met een paar andere Tilburg Road Runners. En dus luidde ik met veel voldoening 2022 uit. 

Een weekje later kon ik 2023 dan weer inluiden, in Egmond. Ik was dit evenement wel even ‘vergeten’. Die 22 pittige zandkilometers in de benen waren misschien niet de allerbeste voorbereiding. Maar de mensen die mij kennen, weten dat plannen niet mijn sterkste loop-kwaliteit is. Nou ja, zonder plan kan het plan ook nooit in duigen vallen. Of in duinen… 

Hoe dan ook; ‘s ochtend vroeg ging ik met m’n maatje Alex naar de Noord Hollandse kust om daar de Halve van Egmond te lopen. Toch eigenlijk ook een soort trail hè? Beetje door het dorp, stukje over het strand, klimmen en dalen door de duinen en dan nog een rest-stukje over weggetjes richting dé Bloedweg. De weg naar de start ging via Hotel Zuidduin, waar wij als KiKa lopers een bakkie koffie konden drinken, omkleden en bijkletsen met andere goede-doel-lopers. Nou ja, niet in ons geval. We hadden zoveel tijd verspeeld met wachten op de pendelbussen in Heiloo, dat we bij aankomst meteen onze hardloopspullen aantrokken en naar de start liepen. Daar aangekomen zijn we in één of twee latere startvakken begonnen … iets met plannen hè …

D’r stond zeg maar een straf windje, maar het weer was wonderschoon. Lekker zonnetje en misschien een tikje warm. Maar al met al: top-weer! Onderweg konden we niet altijd het ons gewenste tempo lopen, maar uiteindelijk zijn we toch binnen de twee uur gefinisht. 

En dáár ligt het verschil met de trail. Tijd doet ertoe in Egmond (voor velen dan toch). Het is net zoveel genieten als bij een trail, maar in Egmond wilden wij … of laat ik voor mezelf spreken … toch presteren. 

Na afloop hebben we nog even nagenoten met Marcel, hebben ons omgekleed en zijn we maar een frietje gaan eten. Want de rij bij de pendelbussen was gigantisch. Dat hoort er in Egmond gewoon een beetje bij. Het was prima zo. Wij hebben heel erg genoten!

En wat is nu de conclusie?

Het verschil tussen een trail en een wedstrijd is, dat je bij een trail vooral geniet van het lopen, de medelopers, de natuur, het weer en het sfeertje. En bij een wedstrijd (door de natuur) geniet ja van al het hiervoor genoemde ook, maar komt er nog een prestatie-elementje bij. 

Oh ja, de medailles zien er ook anders uit…